- 0%
- 4%
- 35%
- 2012
- 2013
- 2014
- 2015
- 2016
- 500 kilometer
- 2017
- afkoopregeling
- autodelen
- autoregeling
- Belastingdienst
- bestelauto
- bijtelling
- btw
- buitenland
- CO2
- deelauto
- eigen risico
- elektrisch
- gestaffeld
- hybride
- jurisprudentie
- keurmerk
- kilometeradministratie
- kilometervergoeding
- laadpaal
- leasemaatschappij
- lobby
- mobiliteitsbudget
- oldtimer
- onderzoek
- privacy
- private lease
- ritadministratie
- ritregistratie
- ritregistratiesysteem
- RRS
- winterbanden
- youngtimer
- werkkostenregeling
Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto - FAQ
Lees hier de 11 vaak gestelde vragen over de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto.
Meld u aan om alles te zien!
Aanmelden is gratis en is in minder dan twee minuten geregeld.U krijgt toegang tot interessante en bruikbare informatie over bijtelling, mobiliteitsbudgetten, private lease en rekentools.
Ook ontvangt u onze nieuwsbrief, zodat u altijd op de hoogte blijft.
Om deze pagina te kunnen zien heeft u minimaal een Gratis lidmaatschap nodig.
Klik hier om aan te melden!
Al lid van VZR? Klik hier om in te loggen.
Lees hier de 11 Frequently Asked Questions over de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto.
Vraag 1: "De Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto (UZGB) kan gebruikt worden door werknemers én door IB-ondernemers, zoals de vennoot van een vennootschap onder firma, de zelfstandige zonder personeel en de eigenaar van een eenmanszaak. Kan de verklaring ook gebruikt worden door resultaatgenieters?"
Antwoord: Ja, de verklaring UZGB kan ook gebruikt worden door resultaatgenieters.
Vraag 2: "Een werknemer heeft reeds een verklaring Geen privégebruik auto (hierna: verklaring GPGA). Per 1 januari 2012 wil hij ook een verklaring UZGB aanvragen. Is dat mogelijk?"
Antwoord: Ja, een werknemer kan zowel een verklaring GPGA als een verklaring UZGB hebben. Echter: niet voor dezelfde auto. Hij kan bijvoorbeeld wel een verklaring UZGB hebben voor de bestelauto die hem ter beschikking is gesteld én een verklaring GPGA voor de personenauto die hem ter beschikking is gesteld.
Vraag 3: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft een verklaring UZGB. Hij besluit de verklaring in te trekken. Heeft hij dan nog de mogelijkheid om vanaf datum van intrekking aan te tonen dat hij op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden met de bestelauto?"
Antwoord: Ja, vanaf het moment dat de verklaring UZGB wordt ingetrokken, gelden de normale bewijsregels. De bijtelling kan achterwege blijven als de werknemer (of de IB-ondernemer) aantoont dat op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé gereden wordt met de bestelauto.
Vraag 4: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft met ingang van 1 januari 2015 een verklaring UZGB. Hij besluit om per 1 augustus 2015 de bestelauto privé te gaan gebruiken en meldt dat aan de Belastingdienst. Neemt de Belastingdienst aan dat in de periode van 1 januari tot 1 augustus 2015 niet privé gereden is met de bestelauto?"
Antwoord: Ja, meldt de werknemer (of de IB-ondernemer) dat de verklaring bijvoorbeeld per 1 augustus ingetrokken dient te worden, dan volgt uit de regelgeving dat verondersteld wordt dat niét privé gereden is met de ter beschikking gestelde bestelauto in de periode van 1 januari tot 1 augustus 2015 (artikel 13bis, lid 21 wet LB). Wordt meer dan 500 kilometer privé gereden met de bestelauto, dan is over het gehele jaar een bijtelling verschuldigd.
Vraag 5: "Een werknemer heeft een verklaring UZGB. De Belastingdienst constateert dat privé gereden is met de bestelauto en gaat over tot het opleggen van een naheffingsaanslag. Aan wie wordt de naheffingsaanslag opgelegd?"
Antwoord: De hoofdregel is dat de naheffingsaanslag aan de werknemer zal worden opgelegd. Indien de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd, indien hij de werknemer toestemming heeft gegeven of als hij weet dat de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt, dan wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd. Het is aan de Belastingdienst om aan te tonen dat de werkgever op de hoogte was (of op de hoogte had kunnen zijn) van het privégebruik.
Vraag 6: "Een werkgever constateert dat een van zijn werknemers, die een verklaring UZGB heeft opgemaakt, privé heeft gereden met de aan hem ter beschikking gestelde bestelauto. De werkgever meldt het privégebruik bij de Belastingdienst met als gevolg dat de verklaring met ingang van 1 juli 2015 wordt ingetrokken. Heeft de werknemer nog de mogelijkheid om vanaf de datum intrekking aan te tonen dat hij niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis privé heeft gereden met de bestelauto?"
Antwoord: Nee, als de werkgever meldt dat privégebruik heeft plaatsgevonden, dan geldt dat geacht wordt dat de bestelauto op kalenderjaarbasis meer dan 500 kilometer privé is gebruikt (artikel 13bis, lid 20 wet LB).
Vraag 7: "De Belastingdienst constateert dat op 14 juli 2015 privé is gereden met een bestelauto, waarvoor een verklaring UZGB is opgemaakt. Naar aanleiding van deze constatering wordt een naheffingsaanslag opgelegd aan de werknemer. Wordt die naheffingsaanslag opgelegd over het gehele jaar óf over de periode van 1 januari tot en met 14 juli 2015?"
Antwoord: Aan de werknemer zal een naheffingsaanslag opgelegd worden over de periode van 1 januari 2015 tot en met 14 juli 2015. Vanaf 15 juli 2015 moet de werkgever rekening houden met een bijtelling in verband met privégebruik. Is de werknemer het gehele jaar in dienst én behoudt hij het hele jaar een bestelauto ter beschikking, dan moet de werkgever tot en met december 2015 rekening houden met een bijtelling. Voor de IB-ondernemer geldt bij constatering van privégebruik dat in de administratie alsnog rekening dient te worden gehouden met een privéonttrekking over 2015.
Vraag 8: "De werknemer moet de verklaring UZGB bij de Belastingdienst indienen via zijn werkgever. Stel dat de werkgever weigert om de verklaring bij de Belastingdienst in te dienen: heeft de werknemer dan nog rechtsmiddelen om de werkgever te bewegen alsnog de verklaring in te dienen?"
Antwoord: Nee, als de werkgever weigert om de verklaring in te dienen dan zal de werknemer zich daarbij moeten neerleggen. De werkgever kan weigeren om mee te werken aan het indienen van een verklaring als hij bijvoorbeeld besluit dat de bestelauto's ná werktijd achter het hek moeten staan.
Vraag 9: "Een werknemer heeft een verklaring aangevraagd per 1 januari 2015. In oktober meldt hij dat de verklaring ingetrokken dient te worden per 1 november 2015. De bestelauto blijft hem ter beschikking staan. Hij vraagt geen verklaring GPGA aan, houdt geen rittenregistratie bij en toont ook niet op een andere wijze aan dat op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé gereden wordt met de bestelauto. De werkgever besluit om bij deze werknemer een bijtelling toe te passen in verband met privégebruik. Met welk bedrag moet hij rekening houden bij de nog in te dienen aangiften van november en december (stel cataloguswaarde € 20.000,- en bijtelling 25%)?"
Antwoord: De werknemer toont niet aan dat hij op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden met de bestelauto. Dat betekent dat de werkgever over het jaar 2015 alsnog rekening dient te houden met een bijtelling van € 5.000,- (€ 20.000,- x 25%). De werkgever moet over de maanden januari tot en met oktober correctieberichten indienen, waarbij alsnog bij deze werknemer rekening dient te worden gehouden met een bijtelling van € 416,- (€ 5.000,-:12) per maand. Bij de nog in te dienen loonaangiften van de maanden november en december dient de werkgever bij deze werknemer € 416,- als loon in verband met privégebruik auto in aanmerking te nemen.
Vraag 10: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft een verklaring UZGB opgemaakt per 1 januari 2015. Hij meldt aan de Belastingdienst dat de verklaring per 1 november 2015 ingetrokken dient te worden. Hoeveel kilometer mag hij nog privé rijden met de bestelauto?"
Antwoord: De werknemer mag dan nog 500 kilometer privé rijden met de bestelauto. Als de werknemer de verklaring intrekt, wordt namelijk verondersteld dat in de periode van 1 januari tot 1 november wel een auto voor privégebruik ter beschikking heeft gestaan, maar dat deze auto niet privé is gebruikt (artikel 13bis, lid 21 LB). Als de werknemer kan aantonen dat niet meer dan 500 kilometer privé is gereden in de periode november tot en met december, dan vindt geen bijtelling plaats.
Vraag 11: "Een bestelauto wordt gebruikt door meerdere werknemers. De laadruimte is volgeladen met gereedschappen en dergelijke. De bijrijderstoel is vies en vettig. Is dit voldoende reden om geen bijtelling toe te passen of moeten alle werknemers een verklaring UZGB aanvragen?"
Antwoord: Als de bestelauto is aan te merken als een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen, valt de bestelauto niét onder de werking van artikel 13bis wet LB. Voor deze auto geldt dat als loon in natura het aantal kilometers x de kilometerprijs in aanmerking genomen worden. Het gebruik van de verklaring UZGB is overigens niet verplicht. Het betreft een aanvullende maatregel naast de andere reeds bestaande uitzonderingssituaties van artikel 13 bis van de Wet op de Loonbelasting of artikel 3.20 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Bron: De Zaak
Vraag 1: "De Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto (UZGB) kan gebruikt worden door werknemers én door IB-ondernemers, zoals de vennoot van een vennootschap onder firma, de zelfstandige zonder personeel en de eigenaar van een eenmanszaak. Kan de verklaring ook gebruikt worden door resultaatgenieters?"
Antwoord: Ja, de verklaring UZGB kan ook gebruikt worden door resultaatgenieters.
Vraag 2: "Een werknemer heeft reeds een verklaring Geen privégebruik auto (hierna: verklaring GPGA). Per 1 januari 2012 wil hij ook een verklaring UZGB aanvragen. Is dat mogelijk?"
Antwoord: Ja, een werknemer kan zowel een verklaring GPGA als een verklaring UZGB hebben. Echter: niet voor dezelfde auto. Hij kan bijvoorbeeld wel een verklaring UZGB hebben voor de bestelauto die hem ter beschikking is gesteld én een verklaring GPGA voor de personenauto die hem ter beschikking is gesteld.
Vraag 3: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft een verklaring UZGB. Hij besluit de verklaring in te trekken. Heeft hij dan nog de mogelijkheid om vanaf datum van intrekking aan te tonen dat hij op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden met de bestelauto?"
Antwoord: Ja, vanaf het moment dat de verklaring UZGB wordt ingetrokken, gelden de normale bewijsregels. De bijtelling kan achterwege blijven als de werknemer (of de IB-ondernemer) aantoont dat op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé gereden wordt met de bestelauto.
Vraag 4: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft met ingang van 1 januari 2015 een verklaring UZGB. Hij besluit om per 1 augustus 2015 de bestelauto privé te gaan gebruiken en meldt dat aan de Belastingdienst. Neemt de Belastingdienst aan dat in de periode van 1 januari tot 1 augustus 2015 niet privé gereden is met de bestelauto?"
Antwoord: Ja, meldt de werknemer (of de IB-ondernemer) dat de verklaring bijvoorbeeld per 1 augustus ingetrokken dient te worden, dan volgt uit de regelgeving dat verondersteld wordt dat niét privé gereden is met de ter beschikking gestelde bestelauto in de periode van 1 januari tot 1 augustus 2015 (artikel 13bis, lid 21 wet LB). Wordt meer dan 500 kilometer privé gereden met de bestelauto, dan is over het gehele jaar een bijtelling verschuldigd.
Vraag 5: "Een werknemer heeft een verklaring UZGB. De Belastingdienst constateert dat privé gereden is met de bestelauto en gaat over tot het opleggen van een naheffingsaanslag. Aan wie wordt de naheffingsaanslag opgelegd?"
Antwoord: De hoofdregel is dat de naheffingsaanslag aan de werknemer zal worden opgelegd. Indien de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd, indien hij de werknemer toestemming heeft gegeven of als hij weet dat de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt, dan wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd. Het is aan de Belastingdienst om aan te tonen dat de werkgever op de hoogte was (of op de hoogte had kunnen zijn) van het privégebruik.
Vraag 6: "Een werkgever constateert dat een van zijn werknemers, die een verklaring UZGB heeft opgemaakt, privé heeft gereden met de aan hem ter beschikking gestelde bestelauto. De werkgever meldt het privégebruik bij de Belastingdienst met als gevolg dat de verklaring met ingang van 1 juli 2015 wordt ingetrokken. Heeft de werknemer nog de mogelijkheid om vanaf de datum intrekking aan te tonen dat hij niet meer dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis privé heeft gereden met de bestelauto?"
Antwoord: Nee, als de werkgever meldt dat privégebruik heeft plaatsgevonden, dan geldt dat geacht wordt dat de bestelauto op kalenderjaarbasis meer dan 500 kilometer privé is gebruikt (artikel 13bis, lid 20 wet LB).
Vraag 7: "De Belastingdienst constateert dat op 14 juli 2015 privé is gereden met een bestelauto, waarvoor een verklaring UZGB is opgemaakt. Naar aanleiding van deze constatering wordt een naheffingsaanslag opgelegd aan de werknemer. Wordt die naheffingsaanslag opgelegd over het gehele jaar óf over de periode van 1 januari tot en met 14 juli 2015?"
Antwoord: Aan de werknemer zal een naheffingsaanslag opgelegd worden over de periode van 1 januari 2015 tot en met 14 juli 2015. Vanaf 15 juli 2015 moet de werkgever rekening houden met een bijtelling in verband met privégebruik. Is de werknemer het gehele jaar in dienst én behoudt hij het hele jaar een bestelauto ter beschikking, dan moet de werkgever tot en met december 2015 rekening houden met een bijtelling. Voor de IB-ondernemer geldt bij constatering van privégebruik dat in de administratie alsnog rekening dient te worden gehouden met een privéonttrekking over 2015.
Vraag 8: "De werknemer moet de verklaring UZGB bij de Belastingdienst indienen via zijn werkgever. Stel dat de werkgever weigert om de verklaring bij de Belastingdienst in te dienen: heeft de werknemer dan nog rechtsmiddelen om de werkgever te bewegen alsnog de verklaring in te dienen?"
Antwoord: Nee, als de werkgever weigert om de verklaring in te dienen dan zal de werknemer zich daarbij moeten neerleggen. De werkgever kan weigeren om mee te werken aan het indienen van een verklaring als hij bijvoorbeeld besluit dat de bestelauto's ná werktijd achter het hek moeten staan.
Vraag 9: "Een werknemer heeft een verklaring aangevraagd per 1 januari 2015. In oktober meldt hij dat de verklaring ingetrokken dient te worden per 1 november 2015. De bestelauto blijft hem ter beschikking staan. Hij vraagt geen verklaring GPGA aan, houdt geen rittenregistratie bij en toont ook niet op een andere wijze aan dat op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé gereden wordt met de bestelauto. De werkgever besluit om bij deze werknemer een bijtelling toe te passen in verband met privégebruik. Met welk bedrag moet hij rekening houden bij de nog in te dienen aangiften van november en december (stel cataloguswaarde € 20.000,- en bijtelling 25%)?"
Antwoord: De werknemer toont niet aan dat hij op kalenderjaarbasis niet meer dan 500 kilometer privé heeft gereden met de bestelauto. Dat betekent dat de werkgever over het jaar 2015 alsnog rekening dient te houden met een bijtelling van € 5.000,- (€ 20.000,- x 25%). De werkgever moet over de maanden januari tot en met oktober correctieberichten indienen, waarbij alsnog bij deze werknemer rekening dient te worden gehouden met een bijtelling van € 416,- (€ 5.000,-:12) per maand. Bij de nog in te dienen loonaangiften van de maanden november en december dient de werkgever bij deze werknemer € 416,- als loon in verband met privégebruik auto in aanmerking te nemen.
Vraag 10: "Een werknemer (of een IB-ondernemer) heeft een verklaring UZGB opgemaakt per 1 januari 2015. Hij meldt aan de Belastingdienst dat de verklaring per 1 november 2015 ingetrokken dient te worden. Hoeveel kilometer mag hij nog privé rijden met de bestelauto?"
Antwoord: De werknemer mag dan nog 500 kilometer privé rijden met de bestelauto. Als de werknemer de verklaring intrekt, wordt namelijk verondersteld dat in de periode van 1 januari tot 1 november wel een auto voor privégebruik ter beschikking heeft gestaan, maar dat deze auto niet privé is gebruikt (artikel 13bis, lid 21 LB). Als de werknemer kan aantonen dat niet meer dan 500 kilometer privé is gereden in de periode november tot en met december, dan vindt geen bijtelling plaats.
Vraag 11: "Een bestelauto wordt gebruikt door meerdere werknemers. De laadruimte is volgeladen met gereedschappen en dergelijke. De bijrijderstoel is vies en vettig. Is dit voldoende reden om geen bijtelling toe te passen of moeten alle werknemers een verklaring UZGB aanvragen?"
Antwoord: Als de bestelauto is aan te merken als een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen, valt de bestelauto niét onder de werking van artikel 13bis wet LB. Voor deze auto geldt dat als loon in natura het aantal kilometers x de kilometerprijs in aanmerking genomen worden. Het gebruik van de verklaring UZGB is overigens niet verplicht. Het betreft een aanvullende maatregel naast de andere reeds bestaande uitzonderingssituaties van artikel 13 bis van de Wet op de Loonbelasting of artikel 3.20 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Bron: De Zaak