Hieronder kunt u meer lezen over het betalen van bijtelling wanneer één auto meerdere berijders heeft.
Meld u aan om alles te zien!
Aanmelden is gratis en is in minder dan twee minuten geregeld.
U krijgt toegang tot interessante en bruikbare informatie over bijtelling, mobiliteitsbudgetten,
private lease en rekentools.
Ook ontvangt u onze nieuwsbrief, zodat u altijd op de hoogte blijft.
Om deze pagina te kunnen zien heeft u minimaal een
Gratis lidmaatschap nodig.
Klik hier om aan te melden!
Omschrijving case:
Een berijdster heeft een auto tot haar beschikking, die door een ander al opgegeven wordt in de aangifte. De Belastingdienst vordert echter ook bij haar bijtelling.
Uitkomst:
Uit de stukken van het geding en de verklaringen die belanghebbende daarover ter zitting heeft afgelegd, komt naar voren dat zij een (zeer) groot gedeelte van haar werkzaamheden uitoefende, samen met A, met gebruikmaking van de in dit geding aan de orde zijnde auto's. Partijen hebben ter zitting beaamd dat onder die omstandigheden kan worden aangenomen dat de auto's, als sprake is van een terbeschikkingstelling daarvan, zowel belanghebbende als A ter beschikking zijn gesteld. Belanghebbende heeft ter zitting, door de inspecteur niet weersproken, verklaard dat, voor zover zij dat heeft kunnen overzien, de tweede auto op de balans van C. BV (van het merk Mercedes-Benz) nooit voor het verrichten van werkzaamheden (door A of iemand anders) is gebezigd. Dat A, kennelijk in verband met het privégebruik van deze Mercedes-Benz, in de jaren 2002 en 2003 een bedrag in zijn aangifte heeft opgenomen doet daaraan niet af.
Voor het geval een personenauto voor gezamenlijk gebruik ter beschikking is gesteld, dient het tegenbewijs, zoals bedoeld in de slotzin van artikel 3.145, eerste lid, van de Wet, voor de gebruikers gezamenlijk te worden beoordeeld. Ook voor dat geval is naar het oordeel van het hof het verlangde bewijs niet geleverd. Met betrekking tot het gebruik door A is niets gesteld, laat staan gebleken.
In dat geval moet het tot het belastbare inkomen uit werk en woning te rekenen voordeel in redelijkheid worden verdeeld over diegenen aan wie de auto's ter beschikking stonden. Hoe deze verdeling plaats moet vinden, is afhankelijk van de bijzondere omstandigheden van het geval (vergelijk Hoge Raad 1 maart 1978, nr. 18 708, BNB 1978/82)”.
De verdeling hoeft niet per se op gelijke delen uit te komen. Als een auto bijvoorbeeld vier dagen per week exclusief aan één van beide partners ter beschikking is gesteld en de andere dagen aan twee partners tezamen, dient daarmee rekening te worden gehouden (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 januari 2004, nr. 01/00782, zie voor volledige tekst: AO4912).
Bronvermelding:
Het basisarrest hiervoor is het arrest van de Hoge Raad van 1 maart 1978, nr. 18 708, BNB 1978/82.
Een recent geval treffen we aan in de uitspraak van Gerechtshof Arnhem d.d. 26 mei 2010, nrs. 09/00068, 09/00069, 09/00070 en 09/00071 (zie voor volledige tekst: BM7199).