Univé moet afbouwvergoeding betalen bij inleveren leaseauto
De leaseauto is een arbeidsvoorwaarde en mag niet zomaar afgenomen worden” dat is wat een werknemer aangegeven heeft bij de rechter toen zijn werkgever zijn leaseauto af wilde nemen.
Meld u aan om alles te zien!
Aanmelden is gratis en is in minder dan twee minuten geregeld.
U krijgt toegang tot interessante en bruikbare informatie over bijtelling, mobiliteitsbudgetten,
private lease en rekentools.
Ook ontvangt u onze nieuwsbrief, zodat u altijd op de hoogte blijft.
Om deze pagina te kunnen zien heeft u minimaal een
Gratis lidmaatschap nodig.
Klik hier om aan te melden!
Omschrijving case
Werknemer heeft sinds 2004 een leaseauto ter beschikking van zijn werkgever. In 2015 werd deze leaseregeling eenzijdig aangepast, waardoor de werknemer niet meer in aanmerking kwam voor een leaseauto.
De reden van de nieuwe autoregeling is dat Univé tweemaal door de Nederlandse Bank aangesproken is op haar bedrijfsmodel. Dat zou in de toekomst onder druk kunnen komen te staan. Het aanpassen van de leaseregeling is één van de kostenreductie-maatregelen die Univé heeft moeten nemen.
Univé voerde deze eenzijdige wijziging van de autoregeling door, omdat in de autoregeling een eenzijdig wijzigingsbeding was opgenomen en Univé dus gemachtigd was om deze door te voeren. Er moet dan echter wel sprake zijn van bijvoorbeeld een zwaarwegend belang.
Voor de werknemers die de leaseauto moesten inleveren biedt Univé een afbouwvergoeding voor de periode van twee jaar.
In 2018 werd de werknemer gewezen op het niet meer toekennen van een leaseauto en weigerde de leaseauto in te leveren, omdat deze “bij zijn arbeidsvoorwaarde hoorde”, aldus de werknemer.
Omdat werkgever en werknemer het niet eens zijn werden, is het geschil voorgelegd aan de rechter.
Uitkomst
De rechter stelde vast dat in dit specifieke geval de werkgever gemachtigd is om de nieuwe leaseregeling door te voeren en dat de nieuwe autoregeling niet van toepassing was voor de werknemer, omdat de werknemer niet meer dan 10.000 zakelijke kilometers maakt. Dat was in 2016 en 2017 het geval.
De voorwaarde van de kantonrechter was wel dat er een goede afbouwregeling aangeboden zou worden.
De vanuit Univé voorgestelde afbouwregeling houdt het volgende in:
- de werkgever vergoedt het eerste kwartaal de volledige kosten van een eigen auto
- het opvolgende jaar 7/8 deel van deze kosten. Elke opvolgende maand wordt de vergoeding met 1/8 verminderd.
- Na twee jaar is de vergoeding afgebouwd naar 0.
In deze situatie oordeelde de rechter: "met deze afbouwregeling wordt voldoende tegemoetgekomen aan het belang van de gedaagde."
Samenvattend
Vanwege het eenzijdige wijzigingsbeding kon de nieuwe autoregeling ingevoerd worden.
De werknemer kwam niet meer in aanmerking voor een leaseauto, omdat hij niet meer dan 10.000 zakelijke kilometers per jaar rijdt. De afbouwregeling werd in deze situatie goedgekeurd door de kantonrechter. Daarom diende de werknemer alsnog de leaseauto in te leveren.
De werkgever wordt in het gelijk gesteld.
Bronvermelding
Rechtbank Noord-Holland 22 februari 2019 ECLI:NL:RBNHO:2019:1698