Een zakelijke rijder reed in een auto met een verlaagde bijtelling, werd aangereden waarna de auto total loss verklaard werd, en kreeg toen te maken met een hogere bijtelling van de nieuwe zakenauto. Kun je een bijtellingsvergoeding vragen van de tegenpartij?
Meld u aan om alles te zien!
Aanmelden is gratis en is in minder dan twee minuten geregeld.
U krijgt toegang tot interessante en bruikbare informatie over bijtelling, mobiliteitsbudgetten,
private lease en rekentools.
Ook ontvangt u onze nieuwsbrief, zodat u altijd op de hoogte blijft.
Om deze pagina te kunnen zien heeft u minimaal een
Gratis lidmaatschap nodig.
Klik hier om aan te melden!
Omschrijving Case
Een zakelijke rijder reed in een 2013 Mitsubishi Outlander PHEV met destijds nog 0% bijtelling. Hij werd aangereden, waarna zijn auto total loss verklaard werd. Zijn nieuwe Mitsubishi Outlander had geen 0%, maar 7% bijtelling omdat deze uit 2014 was en niet meer uit 2013. Dit betekende een verschil in bijtelling van € 250,- per maand voor de resterende leaseperiode.
De zakelijke rijder vond dat hij recht had op een compensatie en stapte naar de rechter voor een vergoeding van € 250,- per maand voor de resterende leasetermijnen.
Uitkomst
De rechter stelde vast dat er sprake was van een “zuivere vermogensschade die rechtstreeks voortvloeide uit het verkeersongeval”. De zakelijke rijder was namelijk door de total loss verklaring verplicht om een nieuwe auto aan te schaffen. Deze had een hogere bijtelling, omdat de fiscale regels voor een zakenauto aangepast waren. Dit is iets waar de berijder geen invloed op heeft. Daarom kan deze schade toegerekend worden als schade gerelateerd aan het verkeersongeval. Volgens de rechter valt dit onder de conditio sine qua non-verband. Oftewel, als er geen aanrijding geweest zou zijn, dan zou deze situatie ook niet ontstaan zijn.
Het bijtellingsverlies is in deze situatie een zuivere vermogensschade die rechtstreeks voortvloeit uit een verkeersongeval. Deze schade is dus gerelateerd aan het verkeersongeval.
Het bijtellingsverlies van ruim € 14.000,- dient de tegenpartij te vergoeden.
Bronvermelding
Rechtbank Amsterdam, 18 september 2014. ECLI:NL:RBAMS:2014:67