Vooralsnog bijtelling voor columnist
Datum: 20-08-2014
Bij verwevenheid als columnist en privépersoon, kan niet iedere rit als zakelijk worden aangemerkt. Dit is alleen anders als de columnist met een aanwijsbaar vooropgesteld doel een column beoogt te schrijven en hiervoor een autorit aflegt.
Dit oordeelde Rechtbank Noord-Holland in een zaak die een journalist aanspande. In dienst van een dagblad schreef hij dagelijks een column over algemeen maatschappelijke onderwerpen. De werkgever stelde hem een auto ter beschikking, ten aanzien waarvan in 2006 en 2007 een ‘verklaring geen privégebruik auto’ werd afgegeven. Hierdoor vond er geen forfaitaire bijtelling voor privégebruik van de auto plaats, wat volgens de inspecteur onjuist was. Volgens de columnist waren al zijn autoritten zakelijk. Iedere dag, met iedere rit die hij maakte, was hij op zoek naar onderwerpen voor zijn columns. Elke rit kon tot een column leiden. Er was geen scheidslijn tussen zakelijk en privé, waardoor er naar zijn mening geen sprake was van privégebruik van de auto.
Verwijzend naar een arrest van de Hoge Raad stelt de rechtbank dat het begrip ‘zakelijk gebruik’ beperkt moet worden uitgelegd. Met name omdat de bijtellingsregeling een forfaitaire regeling is, met als doel zoveel mogelijk gelijke gevallen met een ter beschikking gestelde auto van de zaak te onderwerpen aan een eenvoudige uniforme regeling. Ook bij verwevenheid als columnist en privépersoon, kan niet iedere rit als zakelijk worden aangemerkt. Een rit die mogelijk materiaal oplevert voor een column, is in beginsel een privérit. De journalist kon niet aantonen dat hij met een aanwijsbaar vooropgesteld doel een column beoogde te schrijven en hiervoor een autorit aflegde. Hij probeerde het nog te redden met een beroep op het gelijkheidsbeginsel, maar dat was tevergeefs. De columnist was niet gelijk te stellen aan een voormalig burgemeester waarbij geen bijtelling plaats hoefde te vinden voor een ter beschikking gestelde auto. De inspecteur had de bijtelling voor privégebruik volgens de rechtbank terecht nageheven.
Zaak: ECLI:NL:RBNHO:2014:6642
Bron: Fiscalio
Geplaatst op: 08-09-2014 17:00