Een werknemer bestelt, binnen het gestelde budget, een nieuwe leaseauto met veel accessoires. Na een jaar vertrekt de werknemer en sleept zijn werkgever hem voor de rechter. De werkgever eist het bedrag van de accessoires terug.
Meld u aan om alles te zien!
Aanmelden is gratis en is in minder dan twee minuten geregeld.
U krijgt toegang tot interessante en bruikbare informatie over bijtelling, mobiliteitsbudgetten,
private lease en rekentools.
Ook ontvangt u onze nieuwsbrief, zodat u altijd op de hoogte blijft.
Om deze pagina te kunnen zien heeft u minimaal een
Gratis lidmaatschap nodig.
Klik hier om aan te melden!
Omschrijving case
Werknemer krijgt om de zoveel jaar een nieuwe leaseauto, die hij zowel zakelijk als privé gebruikt. In 2013 heeft hij overleg met zijn werkgever over een nieuwe leaseauto. De leaseauto, inclusief de accessoires t.w.v. € 10.000,- , valt ruimt binnen het vastgestelde budget. De werkgever gaat hiermee akkoord.
Een jaar later wordt de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en zijn werkgever ontbonden. Enige tijd daarna wordt de werknemer voor de rechter gesleept. De werkgever geeft aan dat hij benadeeld is door de accessoires en dat de werknemer voor alle opties afzonderlijk toestemming had moeten vragen. Hij vindt de accessoires ‘over de top’ en eist het bedrag (€10.000,-) terug van de werknemer. Bij de kantonrechter krijgt de werkgever nul op het rekest.
Uitkomst
De rechter stelt vast dat de werknemer een volmacht heeft gekregen om een leaseauto te zoeken en aan te schaffen. Werkgever geeft aan dat bij aanschaf van een accessoire altijd overleg zou zijn. Werknemer zegt dat hij een bepaald bedrag mocht spenderen (inclusief accessoires).
De rechter oordeelde dat er geen sprake was van restricties op de aanschaf van de accessoires. Nadat werknemer een auto had gekozen, kreeg hij te horen dat deze aanschaf binnen de afspraken viel. De rechter is van oordeel dat wanneer de totale aanschafprijs binnen het budget bleef, de werkgever dit zou accepteren. Hij had dus geen aanvullende toestemming nodig van de werkgever.
Wat betreft het onderhandelen, vindt de kantonrechter dat dit niet tot de taak van de werknemer lag.
De werkgever wordt in het ongelijk gesteld en dient de proceskosten te betalen.
Bronvermelding
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 6 december 2016
ECLI:NL:GHSHE:2016:5419